Competent in reflectie en ontwikkeling

Deze competentie is misschien wel de belangrijkste van allemaal. Zonder een goede terugblik op leerdoelen en je eigen manier van lesgeven kun je niet zien wat goed gaat of waar verbeterpunten liggen. Feedback van collega's, begeleiders en ook leerlingen is hiervoor een heel goed middel. Maar natuurlijk ook een reflectie op het eigen handelen. Door feedback te vragen van meerdere personen heb ik een steeds beter beeld gekregen van mijn eigen leerproces. Door mijn eigen reflecties en door het maken van dit portfolio zie ik ook dat ik in de afgelopen jaren heel veel geleerd heb en gegroeid ben als docent. Dit kon onder andere door een geweldig team waar ik in werk en hun feedback op verschillende (les)activiteiten.

Het volgen van cursussen en workshops heeft ook bijgedragen aan deze ontwikkeling. Evenals het volgen van de opleiding aan de NHL en de bijbehorende opdrachten zoals bijvoorbeeld het maken van het vakdidactisch eindwerkstuk.

Dit alles vormt het bewijs voor deze competentie:

- Beoordeling en Feedback collega's en leerlingen en eigen reflecties hierop

- Praktijkonderzoek

- Foto uitnodiging digi-training

- Human Dynamics (uitnodiging en foto's producten training)

- Foto uitnodiging studiedag Zwolle

- Videofragmenten

- Visie

- Vakdidactisch eindwerkstuk (begeleidend verslag en feedback)

  

7.1a en 7.2a      Ik kan reflecteren op mijn eigen professionele ontwikkeling en studiegedrag en ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega’s om mezelf als docent te ontwikkelen.

Ik heb inmiddels heel vaak moeten reflecteren op mijn eigen ontwikkeling en studiegedrag. Ik zie daarin dat ik me steeds verder ontwikkel en dat er ook echt een lijn in zit. Ik heb zelf ook iets aan die reflecties, het leert mij verder kijken dan alleen de feedback of beoordelingen die ik krijg. Maar om er ook leerpunten uit te halen en er mee aan de slag te gaan.

Eerder vond ik feedback krijgen heel erg en zag ik het meer als kritiek dan als iets opbouwends. Dan wordt het ook heel moeilijk om er leerpunten uit te halen voor jezelf. Dit is iets wat ik steeds meer geleerd heb. Door mijzelf kwetsbaar op te stellen en door de stap te zetten om ook daadwerkelijk aan de slag te gaan met die leerpunten en als iets positiefs te zien. Nu merk ik steeds vaker dat ik daardoor verder kan groeien en ontwikkelen. Iets waarbij ik de feedback van mijn collega's en leerlingen ook echt nodig heb. Tuurlijk blijft het spannend als je een leerlingenenquête houdt of feedback vraagt aan collega's. Maar in mijn reflecties hierop is ook te zien dat ik ervan leer en het niet zo spannend vind als een aantal jaren geleden. Dat maakt dat ik ook makkelijker feedback vraag en bijvoorbeeld een collega vraag om te komen filmen in de klas. Dit filmmateriaal is te zien onder het tabblad 'Videofragmenten'. En via onderstaande button.

Via de button daarnaast is de feedback van mijn begeleider op de NHL en mijn coach op het Greijdanus te vinden. Evenals een leerlingenenquête en een 360-graden feedback van collega's. En gerichte feedback van collega's en coach op ontwikkeld lesmateriaal. Hierbij geef ik mijn eigen reflectie op het lesbezoek, de eindbeoordeling van werkplekleren 4, mijn vakdidactisch eindwerkstuk en een reflectie op de feedback hierop. En in meerdere competenties in dit portfolio blik ik terug op de verschillende onderdelen die staan onder het tabblad 'Beoordelingen en Feedback'.

 

7.2b     Ik kan een onderzoek opzetten en uitvoeren t.b.v. mijn eigen professionele ontwikkeling.

Een van mijn leerdoelen voor mijn eindstage was het opzetten en uitvoeren van een praktijkonderzoek binnen mijn werkplek ten behoeve van mij eigen professionele ontwikkeling. Het praktijkonderzoek is een onderdeel van de opleiding aan de NHL. Het verslag hiervan is te vinden in het bestand hieronder. Hier zit ook een uitgebreide reflectie bij op het onderzoek en het proces.

 

Bij dit onderzoek komen alle competenties aan bod. Maar voornamelijk de vakinhoudelijk en didactische competentie, de organisatorische competentie en het samenwerken met collega's en de omgeving. Het gaat om het maken en analyseren van een toets, alleen dan op een dieper niveau. Hierbij is samenwerking met collega's ook belangrijk, door het afnemen van een enquête bijvoorbeeld. Maar ook het plannen van de toetsen en het regelen van genoeg tijd met de roosterkamer.

Wat bij dit praktijkonderzoek natuurlijk ook heel belangrijk is, is de competentie in reflectie en ontwikkeling. Dit onderzoek is een onderdeel van deze competentie. Het is een reflectie op mijn eigen handelen en op de onderzoeksresultaten zelf. Daarmee werk ik aan mijn eigen professionele ontwikkeling en kan ik de resultaten delen met mijn collega's waardoor het ook kansen biedt voor de ontwikkeling van het hele team.

En hoewel ik natuurlijk voor de opleiding dit hele onderzoek heb moeten doen en daar straks mee klaar ben, zal ik toch ook steeds moeten blijven investeren in mijn eigen ontwikkeling. Door cursussen op school en daarbuiten.

Verslag Praktijkonderzoek
PDF – 727,5 KB 232 downloads

 

7.3a     Ik stem mijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de school.

Als school ben je steeds in beweging en in ontwikkeling. Zo zijn we schoolbreed met digitalisering bezig en hebben we een aantal trainingen gehad in verband met de aanschaf en het werken met chromebooks. Het komende cursusjaar krijgen alle brugklassers een chromebook waar ze mee gaan werken. Wij als docenten hebben deze vorig jaar al gekregen en hebben al een basistraining gehad.

 

Er is veel nuttige informatie gedeeld, maar je merkt ook duidelijk dat er grote verschillen zijn in kennis en ervaring met digitale lesmiddelen en devices zoals het chromebook. Zelf ben ik gewend om met de laptop of op de Ipad te werken, dus het chromebook is behoorlijk wennen. Aan de andere kant is het voor mij meestal een kwestie van doen en uitproberen en daardoor ben ik nu al een heel eind gekomen. Hoe vaker ik gebruik maak van het chromebook, hoe handiger ik ermee wordt. En gelukkig hebben we een aantal collega's in het team die er behoorlijk handig mee zijn en die altijd klaar staan om te helpen.

 

Verder zijn we als team bezig geweest met OBIT. Een aantal jaar geleden had ik hier nog nooit van gehoord en nu pas ik het toe tijdens de les en in het maken van toetsen en opdrachten. Dit is ook terug te zien in het vakdidactisch eindwerkstuk dat ik gemaakt heb voor de opleiding. In de docentenhandleiding staat duidelijk beschreven op welke manier de opdrachten ingedeeld kunnen worden aan de hand van OBIT.

Dit is een ontwikkeling die ik als zeer waardevol ervaar, zeker bij het lesgeven aan TL/H klassen. Bij de overgang kan het verschil tussen de beheersing op OB en/of IT niveau van de lesstof een goed beeld geven over de leerling. Op de Havo is meer inzicht nodig dan op de TL. Een leerling met hoge cijfers, maar voornamelijk op OB onderdelen, kan beter op TL(/H) blijven en niet naar de Havo gaan. Terwijl een leerling met lage cijfers inzichtelijk best sterk kan zijn en wel Havo potentie hebben.

Dit inzicht in cijfers is voor mij als mentor ook erg belangrijk. Vooral om een eventuele overgang naar Havo, of juist het blijven in TL/H, naar ouders toe te kunnen onderbouwen. Ik vind dat je als school dat ook verplicht bent naar leerlingen en ouders toe.

 

Het afgelopen jaar heb ik de basistraining van Human Dynamics gevolgd met een heel aantal van mijn collega's. Zie de uitnodiging hierboven. Het tweede deel van de training had ik al wel gevolgd, ik was net werkzaam bij Greijdanus toen deze door ons team werd gevolgd. Maar de eerste training had ik tot nu toe nog nooit kunnen volgen.

Wat bijzonder is om te zien, is dat iedereen al zover is ontwikkeld dat het daardoor lastig is om te zien welke dynamiek echt bij je hoort. Dat kan zijn doordat iemand zich altijd heeft moeten aanpassen, of doordat iemand al zoveel ervaring heeft en een bepaalde dynamiek veel sterker heeft ontwikkeld of zijn zwakke dynamiek al beter heeft ontwikkeld dan een ander. Een van de vragen die we moesten beantwoorden in het voorstelrondje was dan ook wat je vroeger, als kind, vaak deed of erg leuk vond. Daarin zie je terug wat iemand, voor opleidingen en jarenlange ontwikkeling, leuk vond en waar zijn interesses en kwaliteiten lagen.

 

Als groepsopdracht moesten we een park bouwen. We kregen een doos vol knutselmateriaal en een groot vel papier. Geweldig om te zien hoe elk groepje het aan had gepakt. Van veel overleg tot ieder voor zich. Van pretpark tot dierentuin. Van realistisch tot abstract of totaal onlogisch. Van enthousiast tot chagrijnig of geen zin hebben in de opdracht. En van leider tot volger.

Omdat ik al iets meer voorkennis had doordat ik de tweede training al gevolgd had, zag ik al heel veel verschillende dingen terug van de dynamieken. Ik kon me ook goed voorstellen dat onze leiders het geven van deze training erg leuk vonden.

 

Het was een ontzettend intensieve training waarin ik veel over mijzelf en over anderen geleerd heb. Ik vond het heel erg interessant en ben er nog steeds veel mee bezig. En nog steeds ben ik niet overtuigd van wat ik ben wat betreft mijn dynamiek volgens Human Dynamics. Ik denk dat ik als eerste dynamiek een F ben; fysiek. Dit betekent niet dat ik heel fysiek aanwezig ben, of direct veel met mijn handen moet doen. Maar het zegt meer iets over mijn manier van denken, werken en het aanpakken en oplossen van problemen. Als tweede dynamiek ben ik waarschijnlijk een E; emotioneel. Iemand die bezig is met onderlinge relaties en gevoel.

 

Hieronder foto's van 'ons' park.

Naast OBIT, Human Dynamics en digitrainingen hebben we ook regelmatig studiedagen op school. Een van die studiedagen was op 24 maart dit cursusjaar. Ik heb me ingeschreven voor de workshop over differentiëren aan de hand van het IGDI-model. 

 

Uitwerking hiervan staat onder het kopje 'videofragmenten'. Of via de button hieronder.

Mijn eigen professionele ontwikkeling zit af en toe in een sneltrein voor mijn gevoel. Zeker als ik dit portfolio door kijk dan zie ik al zoveel ontwikkeling vergeleken met een aantal jaar geleden. Aan de andere kant heb ik het gevoel dat ik nog maar net begin, wat natuurlijk ook zo is en dat ik nog veel te weinig weet en kan.

Nieuwe dingen proberen is iets wat uitdaging biedt, maar ook onzekerheid. Een chrome-book biedt enorm veel nieuwe kansen en ik heb er heel veel zin in om mee te gaan werken. Aan de andere kant weet ik ook dat het best wel even tijd zal kosten om alles uit te vinden en om nieuw/ander lesmateriaal te gebruiken zodra de leerlingen ook allemaal een chrome-book hebben.

Ik weet wel dat we als team in hetzelfde schuitje zitten en veelal tegen dezelfde dingen aan zullen lopen, daarin zullen we elkaar kunnen en moeten helpen.

 

7.3b     Ik kan wat ik als docent doe en wil verantwoorden vanuit een goed doordachte visie op het beroep en mijn taken in de uitoefening daarvan.

Onder het tabblad 'Visie' is mijn eigen visie op het vak en het onderwijs te vinden. Hierin beschrijf ik wat ik belangrijk vind in het aardrijkskunde-onderwijs en in het onderwijs in het algemeen.

Een samenvatting van deze visie is ook te vinden in het begeleidend verslag bij mijn vakdidactisch eindwerkstuk. Ik heb voor dit eindwerkstuk een lessenserie gemaakt waarin mijn visie terug is te zien. In bijvoorbeeld het gebruik van actualiteiten, het concretiseren, het dichtbij halen van de lesstof en het bijbehorende veldwerk. Wat ik zelf heel bijzonder vond is om dit terug te zien in de feedback van mijn collega Gert Timmermans. Juist ook het stukje identiteit wat ik zo belangrijk vind. Niet dat dit expliciet is verwerkt in het leerlingenboek of de opdrachten. Maar blijkbaar wel iets dat hij terug ziet in mijn manier van lesgeven. Iets wat ik heel waardevol vind en waarvan ik blij ben dat collega's dit in mij herkennen.

 

Mijn visie en de feedback van mijn collega's op mijn vakdidactisch eindwerkstuk zijn te vinden via onderstaande buttons. Het begeleidend verslag staat in het bestand hieronder.

Vakdidactisch Eindwerkstuk begeleidend verslag
PDF – 179,2 KB 236 downloads