Interpersoonlijk competent
Het interpersoonlijk competent is erg belangrijk om les te kunnen geven aan een klas. Vaardigheden als spreken met en luisteren naar leerlingen zijn onmisbaar. Ook het stellen van regels en het geven van feedback hoort hierbij. Andere onderdelen die aan bod komen bij deze competentie zijn het herkennen en verklaren van interacties in de klas. En leerlingen medeverantwoordelijk maken voor hun eigen werk- en leefklimaat in de klas. Dit zijn de punten die ik hieronder beschrijf en bewijs aan de hand van de het volgende bewijsmateriaal:
- Videofragmenten
- Feedback lesbezoek
- Leerlingenenquête
- Opdracht wereldsteden + leerlingenmateriaal
- Foto klassenregels (klas 1)
- Foto vragen leerproces mentorklas (klas 2)
- Foto's introductiedag mentorklas (klas 2)
- Corveerooster mentorklas (klas 1)
1.1a en 1.1b Ik kan sociale interacties in een klas herkennen en verklaren en ik beheers sociale en communicatieve vaardigheden zoals gespreksvaardigheden, luistervaardigheden, feedbackvaardigheden.
Sociale en communicatieve vaardigheden zijn onmisbaar in het onderwijs. Om de lesstof over te kunnen dragen is het belangrijk om zelf goede communicatieve en sociale vaardigheden te hebben zoals gespreksvaardigheid. Maar ook het luisteren naar leerlingen, het creëren van een veilige leeromgeving waarin leerlingen gestimuleerd worden om te leren is heel belangrijk. Door te luisteren en in gesprek te gaan met de leerlingen leer je als docent wat ze nodig hebben en hoe je daar het beste bij aan kunt sluiten. Ook bouw je hiermee een band op met de leerlingen, iets waar leerlingen behoefte aan hebben en waardoor ze beter kunnen presteren.
De praktische kant van deze vaardigheden is soms wat lastiger te realiseren; het nemen van de tijd voor een gesprekje. Zeker in klassen die behoorlijk groot zijn lukt het niet altijd om elke leerling regelmatig te spreken. Als mentor gebruik ik hiervoor het begeleidingsuur en het mentoruur. In deze uren voer ik individuele gesprekjes maar ook met groepen. En met name in het begeleidingsuur zijn de leerlingen zelf aan het werk en kan ik ze op verschillende vlakken begeleiden. Ook de omgang met elkaar in de klas komt hierbij aan de orde. En soms ook heel specifieke onderwerpen zoals het omgaan met social media en smartphones. Helaas is de aanleiding hiertoe nog wel eens vervelend, bijvoorbeeld pesterijen via whats app of het doorsturen van foto's die niet zo leuk zijn. Dan ga ik daarover in gesprek met de leerlingen en probeer ik ze aan het nadenken te zetten over wat ze doen en welke gevolgen dit heeft of kan hebben. Hiervoor zijn de eigen gespreksvaardigheden erg belangrijk. En is het als mentor nog belangrijker om interacties tussen leerlingen te herkennen en hierop in te spelen. Dit gebeurt ook vaak in overleg en samenwerking met ouders en collega's.
In de videofragmenten is te zien hoe de interactie is tussen mijzelf en de leerlingen. Dit komt ook terug in de feedback van zowel mijn begeleider van de NHL als mijn coach van het Greijdanus naar aanleiding van het lesbezoek. Met name de aandacht aan individuele leerlingen. Ook wordt door de leerlingen in de enquête aangegeven dat ik deze vaardigheden voldoende beheers. Beide zijn via onderstaande buttons te vinden en via de tabbladen bovenaan de site.
1.2a Ik schep een klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling.
Samenwerking tussen leerlingen is heel belangrijk, maar vaak ook een heel proces. Elke leerling heeft zijn sterke en zwakke kanten en die komen sterker naar voren binnen een groepsproces. Het is belangrijk om leerlingen te begeleiden in het samenwerken en ze daarvoor meerdere mogelijkheden te geven binnen hun schooltijd.
Voor mijn eigen vak geef ik concreet opdrachten om samen te werken in een groepje. Daarbij probeer ik rekening te houden met het niveau en de belevingswereld van de leerlingen. Ik wil de leerlingen ook bewust maken van het proces van de samenwerking. Onder andere door ze tussentijds een formulier in te laten vullen waarop ze terugblikken op wat goed en minder goed ging. En waarbij ze afspraken maken voor een volgende les. Zo krijgen ze zelf ook inzicht in hoe de samenwerking gaat en kunnen ze hiervan leren.
De opdracht over wereldsteden in de tweede klas is een mooie samenwerkingsopdracht. Ik heb de opdracht in verschillende onderdelen opgedeeld. Die verdeling zie ik vaak terug in de taakverdeling die de leerlingen zelf maken. Daarbij maken ze vaak ook een keus die past bij hun eigen interesse; de één wil liever iets met cultuur doen en de ander bijv. over de geschiedenis.
Leerlingen begeleiden bij het samenwerken is best lastig, maar ontzettend leuk om te doen. Wat ik persoonlijk een uitdaging vind is om een goede balans te vinden tussen het loslaten van de leerlingen en het juist 'bemoeien' met een groepje. Juist als de samenwerking niet zo goed loopt heb ik de neiging om er wat meer bovenop te zitten, soms is dat ook echt nodig. Maar het is nog beter om de leerlingen zelf bewust te laten worden van hun 'probleem' en ze handvatten te bieden om die op te lossen. Ik had een groepje leerlingen waarbij de communicatie niet zo heel goed liep en ze vooral afzonderlijk werkten aan hun eigen onderdeel van de opdracht en weinig overleg hadden. Dit groepje heb ik naar de aula gestuurd om eerst maar eens wat dingen op een rij te zetten en te overleggen hoe ze uiteindelijk samen één eindproduct en presentatie wilden gaan neerzetten. Daarin heb ik vooral aangegeven wat het doel was van de opdracht en ze wat tips gegeven om te overleggen met elkaar. En verder is het juist loslaten en ze hun eigen verantwoordelijkheid geven. Dat lukte ook erg goed en dan zijn ze juist alleen maar gegroeid omdat ze zelf het probleem hebben aangepakt en onderling een goede oplossing hebben gevonden.
1.2b Ik spreek leerlingen aan op ongewenst gedrag en stimuleer gewenst gedrag.
Leerlingen aanspreken op (on)gewenst gedrag is iets wat ik al heel automatisch doe in veel gevallen. Zeker als ik een filmpje terugzie van mezelf dan valt me dat op. Maar ik doe het ook bewust, zeker als het gaat om regels die ik met de klas heb afgesproken. Bijv. dat ze hun telefoon weg moeten doen voordat ze de klas inkomen en geen eten en drinken in de klas. Dat aanspreken is ook niet altijd letterlijk aanspreken, maar vaak ook een blik of een knip in de vingers, meestal is dat al genoeg. Dit zie je terug in de filmpjes die ik als bewijs bij deze competentie heb staan. En verder probeer ik concreet te benoemen welk gedrag ik wel en niet wil zien. Door dit vaker te doen weten de leerlingen steeds beter wat ik wel en niet wil en dat geeft ook weer een stuk duidelijkheid naar de klas toe. Dan is uiteindelijk een blik of even wijzen naar dat flesje water dat weg moet al genoeg om te laten merken wat ik wel en niet wil.
Ongewenst gedrag benoemen is vaak makkelijker dan gewenst gedrag. Daar ben ik mezelf best bewust van. Dit is iets waar ik ook zeker op moet blijven letten. Juist ook de positieve dingen benoemen of even een duim opsteken als iets goed gaat. Dat schiet er vaak bij in doordat je druk met de les bezig bent. Dit is ook terug te zien in de leerlingenenquête, het geven van complimenten wordt niet heel hoog gescoord door de leerlingen in vergelijking met de andere onderdelen van de enquête. Aan de andere kant zie ik het wel terug in de videofragmenten die ook op deze site staan. Ik geef leerlingen positieve feedback, zowel mondeling als non-verbaal. Positief gedrag benoemen is vaak effectiever dan negatief gedrag benoemen. En het geeft ook een andere sfeer in de klas als je meer gericht bent op de dingen die goed gaan!
1.3a Ik maak leerlingen medeverantwoordelijk voor een goed werk- en leefklimaat in de klas.
Het medeverantwoordelijk maken van leerlingen voor een goed leef- en werkklimaat in de klas vind ik erg belangrijk. Het is hierbij wel zoeken naar een goede balans tussen regels die je oplegt en de eigen input van leerlingen.
Iedere docent heeft zijn eigen regels en dat is denk ik ook goed. Verder zijn er regels die gelden voor de hele school of bouw en die worden vaak al aan het begin van het jaar vastgelegd. Zo hebben wij als team aan het eind van het cursusjaar een teamdag waarin we dit soort afspraken bespreken en evalueren. Sommige afspraken blijven staan door de jaren heen, andere afspraken veranderen. Dit geldt bijvoorbeeld voor afspraken omtrent het gebruik van de mobiele telefoons. Een aantal jaren geleden was de regel dat leerlingen geen mobiel in de klas mochten hebben. Met het huidige wifi-netwerk binnen de school en de mogelijkheden die dit biedt om de telefoon te gebruiken tijdens de les, is deze regel achterhaald en aangepast.
Met de komst van chromebook binnen de school zullen er juist dit jaar veel nieuwe regels komen met betrekking tot het gebruik van het chromebook tijdens de les en daarbuiten. Hier is een werkgroep voor aangesteld waar een van mijn collega's in zit. Zij vraagt ook regelmatig input vanuit ons team om een kader op te zetten met regels en afspraken voor zowel leerlingen als docenten. Een goed begin is hierbij het halve werk en ik denk daarom graag mee over de mogelijkheden en de afspraken die nodig zijn voor een goed gebruik van het chromebook.
Maar behalve de regels die wij als docenten opstellen zijn er ook afspraken die je met en door leerlingen zelf kunt laten maken. Juist dat stukje eigen verantwoordelijkheid geeft ze zelfvertrouwen en hierdoor groeien ze echt.
Dit doe ik onder andere door 'sociale' regels op te laten stellen door mijn mentorklas. De leerlingen moesten in groepjes vijf dingen opschrijven die ze belangrijk vinden in de omgang met elkaar. Dit hebben ze aan het begin van het jaar gedaan en hier hebben we onze klassenregels uit opgesteld. Door ze er zelf over na te laten denken en ze zelf de regels te laten bepalen kunnen ze elkaar er ook op aan spreken. En ik kan de klas er ook op aan spreken.
Hieronder de regels die de klas in groepjes heeft bedacht.


En in de tweede klas geef ik daar als mentor gevolg aan door ze ook individueel aan te spreken op hun gedrag en leerproces. Dit heb ik gedaan aan de hand van de vragen die te zien zijn op onderstaande foto. Hierbij geven de leerlingen aan wat ze zelf nodig hebben en wat ze belemmert in hun leerproces. Deze vragen moet elke leerling voor zichzelf beantwoorden op papier. Naar aanleiding van deze vragen en antwoorden ga ik een persoonlijk gesprekje met ze aan en kijk ik waar ik hun kan helpen en ondersteunen.

Behalve vragen over hun eigen leerproces beantwoorden ze ook de vraag wat ze als klas van elkaar verwachten. Verwachtingen uitspreken is heel goed voor de leerlingen. De klas als geheel is een belangrijk onderdeel van het leer- en groeiproces van leerlingen. Ze kunnen elkaar enorm stimuleren maar ook onderuit halen. Dit groepsproces beïnvloeden is belangrijk maar ook heel lastig. Leerlingen hier zelf over na laten denken is een belangrijke stap hierin. Maar ook het doen van groepsactiviteiten zoals een high tea met de meiden en een chips en donutuurtje met de jongens. En teambuilding activiteiten zoals wij als mentoren van de eerste en tweede klassen altijd doen aan het begin van het jaar. Te zien op de foto's hieronder.


Het is ook heel praktisch terug te zien door leerlingen mee te laten helpen met het opruimen van de pauze-ruimtes. Er is een corveerooster opgesteld voor alle klassen. De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het netjes houden en schoon achterlaten van de ruimtes waarin ze pauze houden. Door ze om beurten ook corvee te laten doen, worden ze daar bewust van gemaakt. Hieronder het rooster van de laatste keer dat mijn mentorklas corvee had. Dit gebeurt gemiddeld zo'n 2 tot 3 keer per jaar.
Ook tijdens mijn lessen probeer ik de leerlingen medeverantwoordelijk te maken voor hun eigen leer- en werkklimaat. Dit is ook terug te zien in de beide filmfragmenten die bij dit portfolio zijn toegevoegd. Hierbij laat ik een stukje van de instructie zien waarbij ik differentieer aan de hand van het IGDI-model. Dit model geeft een mogelijkheid tot differentiëren tijdens (onder andere) de begeleide inoefening. De uitwerking van de filmfragmenten, uitleg van het IGDI-model, het filmmateriaal en mijn reflectie hierop zijn via onderstaande button te vinden. Of onder het kopje 'videofragmenten'.
Over het algemeen zijn mijn eigen regels duidelijk voor de klas en accepteren ze die ook. Dit heb ik in de afgelopen jaren echt moeten leren. Om duidelijk te zijn en consequent. Dat werkt uiteindelijk voor mijzelf en voor de klas het beste. Aan de andere kant heb ik gemerkt dat leerlingen ook belang hebben bij hun eigen input. Zowel tijdens de les als bij het opstellen van 'sociale' regels in de klas.
Mijn valkuil hierbij is dat ik teveel controle wil hebben. Teveel voor de leerlingen wil bepalen wat ze wel en niet moeten doen. Dat is ook terug te zien in de leerlingenenquête die onder het kopje 'beoordeling en feedback' staat of via bovenstaande button is te vinden. Op de stelling 'de docent vraagt naar mijn mening en ideeën', scoor ik 3 van de 5 punten. Dat is lager dan de scores op de andere stellingen. Maar aangezien de andere stellingen allemaal hoger scoren denk ik dat de controle die ik zelf wil hebben, ook weer structuur geeft die veel leerlingen nodig hebben. Het blijft zoeken naar een goede balans tussen vasthouden en loslaten van de controle tijdens de les. Maar wat ik het belangrijkste vind is dat leerlingen weten waar ze aan toe zijn bij mij. En dat laat de enquête dan ook wel weer zien. Leerlingen durven over het algemeen zichzelf te zijn bij mij en ze durven vragen te stellen. Dat ik dan iets meer controle houd op bepaalde onderdelen hoeft niet eens zo erg te zijn en daarin laat ik ook zien wie ik ben. Een stukje eigenheid wat ik ook wel heel belangrijk en fijn vind.
Maak jouw eigen website met JouwWeb